Geachte Heer Minister Laurent Fabius,
Geachte Heer Minister Nasser Judeh,
Dames en Heren Afgevaardigden,
Mijnheer de Minister Laurent Fabius, u hebt op 27 maart j.l. voor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties het volgende verklaard: “Laat mij duidelijk zijn: wij worden in het Midden-Oosten met een barbaarse daad van etnische en religieuze zuivering geconfronteerd.”
Sta mij toe, mijnheer de Minister, vandaag uw woorden tot de mijne te maken en om op mijn beurt klare taal te spreken. De tijd van woorden is voorbij, deze van daden is gekomen. Het Midden-Oosten is door oorlogen verscheurd, wordt door een ongelooflijke stroom van geweld overspoeld en kent hierdoor een van de zwaarste crisissen uit zijn geschiedenis. Het Westen kan bij dit tragische schouwspel niet langer als onverschillige toeschouwer aan de kant blijven staan.
De verantwoordelijken van deze verschrikkelijke oorlogen dienen hun geweten te onderzoeken en de consequenties van dit alles in ogenschouw te nemen. Wij zij als machteloze getuigen geschokt door de gevolgen van deze gewelddaden en zien de slachtoffers ervan dagelijks voor onze ogen.
Een van de directe gevolgen van deze conflicten is de niet te stoppen vluchtelingenstroom in de buurlanden van Syrië en Irak. In Jordanië zijn er reeds 740.000 Syrische en 8.000 Chaldees-Iraakse vluchtelingen. De levensomstandigheden van deze vluchtelingen worden van dag tot dag zorgwekkender. Ze moeten zich kunnen integreren, hebben nood aan werk en hun kinderen dienen dringend in de openbare en private onderwijsinstellingen van het land een solide opvoeding en een degelijk onderwijs te krijgen.
De katholieke Kerk in Jordanië staat op de eerste rij om de vluchtelingen hulp te bieden, maar beseft dat ze niet langer alleen het volle gewicht van deze conflicten kan dragen. De Kerk wordt moe, de Caritas wordt moe, de vluchtelingen worden moe en de toekomst is duister.
Dames en heren, laten we eerlijk zijn: de nood aan deze conferentie zou zich niet stellen, zonder de toestroom van vluchtelingen waarmee Europa thans wordt geconfronteerd. Deze mensen die door wanhoop worden gedreven, zoeken hulp, bijstand en leven. Ze ontsnappen aan de dood in Irak of in Syrië om die uiteindelijk op de Europese stranden te vinden.
Het is nutteloos te pogen hen terug naar huis te sturen zolang er geen vrede in hun land heerst. Er is dan ook slechts één dringende noodzaak: breng vrede in Syrië en in Irak.