Dit klooster is een van de oudste van Palestina. De herdenking van de patroonheilige heeft elk jaar plaats op 4 maart. Volgens kerkelijke bronnen overleed de heilige in 479 na Christus.
Sint-Gerasimos en de woestijnleeuw
Gerasimos werd in Lycië (Cappadocië) als kind van een welgestelde familie geboren. Hij besloot evenwel alles te verlaten om het Evangelie strikt te beleven en begaf zich naar Egypte, in de Thebaïdewoestijn, waar monniken samen stroomden. Hij keerde naar Lycië terug om vervolgens op pelgrimstocht naar het Heilig Land te gaan. Rond 450 bereikte hij Jeruzalem en vestigde zich als kluizenaar in de buurt van de Jordaan.
De overlevering wil dat hij er in slaagde een woestijnleeuw te temmen. Dit zou er kunnen op wijzen dat hij er effectief was in geslaagd een wild dier te temmen, maar vooral dat hij - spiritueel gezien t- zijn eigen instincten wist te beheersen. Hij verzorgde de wonden van de leeuw en gaf hem de naam “Jordaan” hetgeen op een geestelijk doopsel alludeerde. Gedurende een vijftal jaar zou de leeuw zijn voedsel in de nabijheid van de kluis zijn komen zoeken. Toen de leeuw van ouderdom stierf, werd hij in de buurt van Gerasimos begraven.
Gerasimos bouwde uiteindelijk een klooster voor de leerlingen die gekomen waren om zijn richtlijnen te volgen. Het was een van de eerste kloosters die in de woestijn van Juda werd opgericht en dat al snel omwille van zijn sfeer van onthechting beroemd werd.
Het klooster van Sint-Gerasimos
Het Grieks-orthodoxe klooster van Sint-Gerasimos bevindt zich op de weg van Jericho naar Deir Hajla, de route die de Heilige Familie volgde om aan de slachting van de onschuldige kinderen te ontsnappen. Het eerste klooster van Sint-Gerasimos bevond zich in de buurt van een plaats waarvan de christelijke traditie verhaalt dat de Heilige Familie er tijdens de vlucht naar Egypte zou uitgerust hebben.
Binnen in het klooster bevindt zich in een grot een kleine kapel die ten tijde van de apostelen zou zijn gebouwd. Deze grot zou volgens de overlevering als schuilplaats hebben gediend van de Heilige Maagd, Sint-Jozef en het Kindje Jezus tijdens hun vlucht naar Egypte. De kapel bevindt zich heden onder de hoofdkerk van het klooster. Deze telt drie beuken en werd gebouwd als herinnering aan de heiligen die als kluizenaars in de woestijn van de Dode Zee leefden.