Toegegeven, het was geenszins de bedoeling om een nieuwe investituurplechtigheid te organiseren zoals Chateaubriand er destijds een in zijn “Itinéraire de Paris à Jérusalem” beschreef. Maar het was toch in dezelfde kapel van de Franciscanen, waarin de befaamde schrijver toen zijn wens zag in vervulling gaan, dat wij mochten neerknielen en publiekelijk onze geloften opnieuw konden uitspreken. Geïnspireerd door de actuele situatie in het Heilig Land hebben de Ridders en Dames in volle besef van het draagvlak van hun woorden, hun belofte van steun aan de christenen in het Heilig Land en de instanties die hen leiden opnieuw uitgesproken. Tegelijk bevestigden zij hun gehoorzaamheid aan de paus. Het was Mgr. Jean-Pierre Delville, die zittend voor het altaar van de kapel, in alle waardigheid deze geloften mocht in ontvangst nemen. En toen het ogenblik was aangebroken dat onze geestelijke leidsman zelf zijn beloften zou hernieuwen, nam Fr. David Grenier, secretaris van de Custode, deemoedig zijn plaats in om op zijn beurt de geloften van Mgr. Delville te aanhoren.
Aan het einde van deze korte plechtigheid openden de Franciscanen voor de in hun kapmantels gehulde ridders en dames de weg naar de luifel van het Heilig Graf. De sfeer in de basiliek was totaal anders dan deze van een paar nachten eerder, toen zij in dezelfde ruimte hun nachtwake mochten houden. Deze keer wemelde de kerk van toeristen en pelgrims die gevraagd werden even geduld te oefenen voor de tijdsspanne dat wij in het Heilig Graf onze opwachting mochten maken.
Rekening houdend met de aanzienlijke groep van wachtende mensen, kregen vooral diegenen onder ons die er tijdens de nachtwake niet bij konden zijn, de nodige tijd om in de beslotenheid van het Heilig Graf hun gebed te formuleren. Hoe graag hadden wij niet met z’n allen méér tijd gekregen om er te verwijlen, maar de ordediensten maanden ons aan niet te talmen. Nog even schoten de woorden van de Griekse pope tijdens de nacht van onze wake door de herinneringen: “kiss and go!” We hielden nog even halt voor het altaar van Maria Magdalena en konden in de kapel van de Franciscanen van verre nog een glimp van de vespers opvangen.
Het valt geenszins te betwijfelen dat onze passage in de Basiliek van het Heilig Graf onze ondersteuning aan de christenen van het Heilig Land nieuw leven heeft ingeblazen. De nabijheid van de plaatsen van Christus’ lijden laat ons toe om de zware moeilijkheden waarmee onze broeders in datzelfde land vandaag nog geconfronteerd worden nog beter te begrijpen.
David Colling
Vertaling: Luk De Staercke